Op de afgesproken plek komt / valt onze loods Francisco (onder de loodsen beter gekend als Pancho) aan boord en varen we richting eerste Gatùnsluis (in totaal zijn het er drie) waar we als middelste boot vastgemaakt worden aan twee buren, beiden zonder professionele linehandlers. In theorie zouden wij dus niets moeten doen behalve sturen. De buitenste boten dienen als schroef (motor) en moeten al het touwwerk doen. We betalen Eric en Allan dus voor een vakantietripje...
Maar niets is minder waar. Op de andere boten blijken de (niet betaalde maar vrijwillige) linehandlers absoluut geen kaas te hebben gegeten van touwen of voamen. Op de ene boot wordt het touw helemaal gelost terwijl de loodsen brullen dat ze moeten trekken, op de andere boot ligt de man die het touw moet aanhalen doodleuk op zijn rug op de bijboot te zonnen en heeft blijkbaar nog nooit van zijn leven in een sluis gezeten, hij heeft totaal geen benul van wat hij (vooral niet) doet. De boten slingeren heen en weer door het geklooi van vooral die laatste en onze linehandlers mogen op de andere boten gaan helpen. Leuk zo, wij betalen en de zuinige buren maken gebruik van onze mannen, zonder merci uiteraard...
Ivan merkt echter al gauw dat de motor warmloopt, geen goed teken. Eens boven op het Gatùnmeer, waar we hopen te overnachten tussen de brulapen en de krokodillen, checkt hij de motor en komt al vloekend boven : water in de saildrive!