Al snel blijkt waarom : elke drie weken stopt de Aranui, de voorraadboot. Dit schip bevat voor de helft voorraden voor de eilanden en neemt ook 230 betalende passagiers mee, veelal Amerikanen en Japanners. Zij worden als prinsen rondgereden in de pas gewassen 4X4's waarin de eilandbewoners 'traditioneel uitgedost' hun opwachting maken. Alle andere dagen lopen ze rond in voetbalshirts en leggings.
Wanneer we een uurtje later aan wal gaan blijkt de winkel helemaal bevoorraad, de 'traditionele markt' ontmanteld, een deel van de toeristen in auto's gezet voor een toer van het eiland, een ander deel alweer aan boord gebracht om naar het feest in de naburige baai te varen en de schoolkinderen allemaal getooid in kransen en mooie kleren voor de groepsfoto met de toeristen. Het ontvangstcomité verzamelt ondertussen de kransen en tooien aan de kade.
Op Fatu Hiva lagen we zeker in één van de allermooiste baaien ooit, het wordt verschrikkelijk moeilijk om dit te overtreffen maar we zijn geen fan van de sfeer die hier heerst, ze is zo anders dan op de andere eilanden en zo weinig 'marquisien'.
We horen van andere cruisers dat zij een heel andere ervaring hadden op Fatu Hiva. Misschien hadden wij gewoon pech, misschien kwamen we enkel in contact met mensen met een Aranui-petje op. Om dat zeker te weten zullen we dus (ooit) moeten terugkomen ...
Omdat we echt wel graag die manta's zouden zien varen we (Ivan vaart terwijl ik prinsesheerlijk mag slapen) een nachtje door naar het noorden van Hiva Oa waar twee mooie baaitjes op ons wachten waar gegarandeerd in één ervan manta's zitten. We zijn benieuwd!