Gelieve ons te verontschuldigen voor het (weer eens) ontbreken van sprekende foto's bij een lang relaas. Tijdens een oversteek nemen we nu eenmaal heel weinig foto's omdat ze zich niet vaak lenen tot creatieve beelden en/of omdat de omstandigheden het maken van foto's zo goed als onmogelijk maken.
Met zijn drieën gaan we ankerop en sluiten daarmee het hoofdstuk Suwarrow af.
Al snel gaan de genua's de lucht in en eens we de noordelijke kaap van Suwarrow ronden zoekt elke boot de voor haar (hem?) meest geschikte voordewindse zeilvoering. Omweg kiest voor de parasailor, Donazita blijft enkel op genua en wij gaan voor onze favoriete passaatsetting.
We eigenen ons kanaal 16 toe, er is immers niemand meer rondom ons, en staan bijna continu in verbinding met elkaar, dag en nacht. Hoe gek we ook zijn op het alleen-op-de-wereldgevoel, ook dit is geweldig. Er wordt heel wat over en weer gekletst. Over zeilvoeringen, snelheden en posities, over fotoshoots van elkaars boten, over het weer, de vorderingen van onze kefirkweekjes, het al dan niet slagen van onze eerste kaasexperimenten, ...
's Nachts verwittigt Frans ons wanneer hij buien ziet aankomen op de radar en, omdat zowel Donazita's als onze AIS kuren lijkt te hebben, wanneer er een andere boot op de AIS zou verschijnen. Superlief en handig! Zij lopen wachten van 8 uur (wij van 3 à 4) en een babbeltje is ook dan een welkome afwisseling in de lange, warme nachten.
Draai het of keer het hoe je wil, zelfs de meest gemakzuchtige zeiler wordt zenuwachtig als er andere boten in de buurt zijn die met hun neus in dezelfde richting varen.
En dan beland je plots in een wedstrijd, al is het bij ons dan de Snailrace / Heremitecrabrace / Turtlerace (we zijn er nog niet uit) wegens erg weinig wind.
Waar wij normaal gezien heel erg luie zeilers zijn (rond de wereld zeilen maakt je echt niet beter of actiever!), worden er nu zeilen gewisseld en wordt er getrimd dat het een lieve lust is. Op Donazita wordt het uiterste uit de genaker gehaald en horen we dat de schipper nogal energiek aan het trimmen slaat, wat hij in geen jaar gedaan heeft!
Op Omweg doen ze alles om de parasailor aan de praat te houden en wij halen op twee dagen tijd drie keer de kotter naar beneden om het grootzeil bij te zetten of omgekeerd.
De eerste dagen kruipen we vooruit aan gemiddeld 4,5 knopen.
Na twee dagen komt de langverwachte windshift en kunnen we halve wind gaan varen, een koers die alle boten beter afgaat dan voor de wind. De voordewindse zeilvoeringen maken plaats voor conventioneel tuig (grootzeil en genua) en met een paar knoopjes meer wind gaan ook onze snelheden de hoogte in. Straks wordt het nog een Barracudarace / Tunarace / Sharkrace!
Tegen de tweede avond plotten we ieders positie en merken we dat we al bijna acht mijl voor het peloton liggen. Dit loopt lekker!
Waar we de derde ochtend nog net VHF-contact hebben met Donazita maar al te ver weg zijn van Omweg, kunnen we 's avonds geen van beiden nog horen. Gelukkig hebben we twee keer per dag onze babbel op de SSB. Een boot die een dag eerder van Suwarrow vertrok zonder er te stoppen (ze hadden ons verhaal op het radionetje gehoord) sluit zich ook aan bij de race, het is immers veel gezelliger met zijn vieren racen dan alleen.
Momenteel liggen we dus tweede maar het lijkt erop dat we ook Dragonsbane op de hielen gaan zitten. (Niet zo) stiekem zijn we heel trots op onze Vaguebond, ze vaart echt goed en het is heel fijn om complimentjes te krijgen over haar snelheid. Maar geen enkele wedstrijd is al beslist op meer dan 200 mijl voor de finish.
Nacht vier gaan we in met gereefd grootzeil en genua. Het is heerlijk zeilweer, het log flirt regelmatig met de zeven knopen. De wassende maan zit al over de helft en werpt een helder wit licht over de golven en Vaguebond waardoor je nauwelijks een lampje nodig hebt om iets te zien en ik regelmatig opgeschrikt word door wat op het eerste zicht een bliksemflits lijkt maar bij nader inzien gewoon de maan is die plots achter de genua uitkomt. De sterren verdwijnen af en toe achter wat wolken maar ook zonder schitterende sterrenhemels zijn dit zeilnachten om te koesteren.
We hebben nog 200 mijl voor de boeg en een heel twijfelachtig weerbericht : de SPCZ (South Pacific Convergence Zone - een lange golf van onstabiel weer die rond deze breedtegraden heerst) geeft een serieus front op woensdagavond, net wanneer wij zouden aankomen. We kijken niet uit naar een windstilte gevolgd door windstoten van 30 knopen en meer waartegen we moeten opkruisen... Morgenvroeg halen we een extra gedetailleerd weerbericht op om te kijken wat de plannen zijn van deze SPCZ.
Maar nog voor we dat gedetailleerd weerbericht binnenkrijgen merken we dat zelfs dat van 12 uur eerder al niet klopt. In plaats van de voorziene 14 knopen krijgen we het dubbele over ons heen. We gaan van 1 rif naar een tweede en een derde zonder dat onze snelheid ook maar eens onder de zeven knopen zakt. De hele dag waait het schuim van de golven en krijgen we meer douchen dan ons lief is. Even na de middag hebben we er echt geen goed oog in, exacte windvoorspellingen in een onstabiel systeem zijn nog minder betrouwbaar dan gewoonlijk en we slaan voor alle zekerheid onze stormfok aan. Dat is een extreem klein maar ook extreem dik en sterk zeil dat tegen een stootje zou moeten kunnen en speciaal gemaakt is voor heel zware wind.
Ik mag daarvoor naar het voordek en word een paar keer ondergedompeld op een duikende Vaguebond met bergen water over me heen. Toch weer blij met de (onbestaande) klantendienst van (pokkeduur) Musto die een spiksplinternieuw lekkend pak (met levenslange garantie) niet willen vervangen maar hun emails wel ondertekenen met 'de beste kwaliteit en de beste service'...
Kletsnat tuimel ik weer de kuip in maar de kotter is weggehaald en de stormfok zit klaar! Gelukkig heb ik deze middag al lekker gekookt, toen er nog maar 25 knopen wind stonden en de golven maar drie meter hoog waren (grijns). Ik ben benieuwd naar de smaak, één breker draaide onder Vaguebond door en kwam door het keuken-/dampkapraampje aan de lage kant terug naar binnen gerold, in de afkoelende pot. Mag er iets meer zout op?
Dag 4 melden we op het avondlijke radionet (we geven tweemaal per dag onze positie door) dat we nog 105 mijl te gaan hebben. We spreken met Omweg af om bij de wachtwissels elkaar op te roepen
voor een stand van zaken. (Nvdr : Donazita heeft geen SSB-radio en daar hebben we dus geen contact meer mee) Zo kunnen vier hoofden samen nadenken over de interpretatie van de weerberichten en de
te nemen keuzes, doorgaan of vluchten. We blijven bij onze beslissing : doorgaan! Omweg heeft een sterke motor en kan, indien nodig, extra gas geven. Wij moeten in principe (als het weerbericht
juist is) op tijd binnen zijn...
We zijn weer eens meer dan overtuigd van het nut, nee, de noodzaak van een SSB-radio aan boord!
De hele nacht vliegen we over (en door) de golven, tussen onweders en squalls door. Bizar genoeg krijgen we geen regen. Er staat zo weinig mogelijk zeiloppervlak maar we zijn niet te stuiten. Vaguebond leek het tot vannacht ook geweldig te vinden maar nu horen we haar zuchten en kreunen, het arme ding. Er is al bij al maar 1 voordeel aan dit type weer : het gaat hard! We tellen de mijlen af en wanneer ik om 6.00 weer aan dek zit, hebben we nog 30 mijl te gaan.
Eens in lij van Niue, de kant waar de wind naartoe blaast en waar het eiland tussen ons en de wind in komt, valt de wind weg en verdwijnt de deining. Eindelijk rust! Wanneer we ook nog een vrije boei vinden en de zon schijnt, kunnen we ontspannen. Denken we.
Als we goed en wel vastliggen komt het front (veel vroeger dan verwacht) in alle hevigheid over. Ivan kan net verhinderen dat zijn bril van zijn hoofd vliegt terwijl hij uit alle macht op handen en voeten naar het voordek probeert te kruipen om de (zonet losgemaakte) bijna wegvliegende bijboot aan dek te sjorren. Ik zie de mast niet meer vanuit de kuip, alles is stortregen en huilende wind. Dit zit weer eens ver over de voorspelde 35 knopen...
En in dit weer zitten Omweg en Donazita nog op zee! We hopen dat ze het goed maken. Omweg loopt gelukkig 's avonds net na zonsondergang binnen en pikt de laatste boei op. Voor Donazita zit er niets anders op dan nog een nacht op zee door te brengen in zeer twijfelachtig weer, net buiten de baai. En dat nadat je laatste 48 uur ook al geen kado waren, er zijn best wel leukere dingen maar het werd formeel verboden om met twee boten op 1 boei te gaan liggen, zelfs aan de zwarebotenboei waar wij aan liggen.
Gelukkig klaart het op en kunnen we de volgende ochtend allemaal rustig bekomen aan een boei. Deze laten we de volgende week alvast niet meer los! Het weer ziet er veelbelovend uit, het water
fenomenaal helder (inclusief zeeslangetjes) en de mensen verademend vriendelijk.
Zelfs wanneer we als verzopen waterkiekens, kletsnat en nadruipend van de hevige regenbui in het busje van de douane- en immigratiedienst kruipen (serieus, hier komen ze met een busje naar je toe
om de formaliteiten te vervullen!) blijven de beide officials breed lachen. We zullen al snel leren dat deze ontvangst de ideale weerspiegeling blijkt te zijn van de mensen hier! Als we 's
ochtends begroet worden door een walvis in de baai zijn we helemaal verkocht. Dat belooft ...
PS : Het lek blijkt de overtocht goed verteerd te hebben. Er zijn weinig dieselsporen te vinden en de bilges bleven droog. In het oog houden dus!