Ons kampeerleven zit erop, meer nog, ons hele landleven is afgelopen. Al zijn we de laatste tijd minder productief geweest op schrijfvlak, we hebben zeker niet stilgezeten!
Tijdens onze rondrit merkten we dat we op het einde bijna elke avond eindigden op een kampeerplek aan het water en we ons hoe langer hoe meer afvroegen hoe het met ons bootje ging.
Het is ronduit fantastisch geweest, ons trekkersleven in Nieuw-Zeeland. We hebben kunnen genieten van een fantastisch en fascinerend land. Ons vertrouwen in de goedheid van de mens heeft weer een enorme ‘boost’ gekregen want net als in Polynesië, zijn de mensen hier vele maten vriendelijker en warmer dan in ons thuisland. Er heerst simpelweg veel meer vertrouwen en gastvrijheid tussen de mensen.
Ook al wilden we graag nog een stukje Coromandel meepikken (en onze eigen ‘hotpool’ graven op één van de gouden stranden waar de geisers op het strand uitmonden), nadat we de afwas hadden gedaan in Waihi Beach waar we gratis en voor niks aan het strand mochten slapen en zelfs gasbarbecues ter beschikking kregen van de gemeente (!!!), begon het voor het eerst in weken te gieten. Toen we ’s morgens opstonden goot het nog steeds en stonden de wielen van onze auto half onder water. Ontbijt klaarmaken en de auto weer in rij-modus zetten was geen sinecure. We beslisten dan ook zonder veel wroeging om maar meteen naar huis te rijden.
In Whangarei werden de laatste weken hemel en aarde verzet met een overdaad aan klussen, vernieuwen en vooral verbeteren zodat we vorige week een Vaguebond te water lieten in een (nog) betere conditie dan die waarin ze vertrok.
Eindelijk klaarde de mist in ons hoofd op, eindelijk keerde er weer een beetje (mentale) rust weer. Niet in de laatste plaats omdat we na vijf maanden eindelijk weer gebruik kunnen maken van onze eigen wc! Het is goed nu, Vaguebond drijft, alles werkt en er komt stilaan meer groen op onze to-do lijst dan rood of oranje : een nieuwe radar, de vernieuwde windmeterkabel die al sinds ons vertrek stuk was, de wifi-antennekabel en een heuse Vaguebond hotspot, zelfs dekverlichting en nieuwe batterijen, … De romp werd in een blinkend nieuw kleedje gestoken en haar buikje kreeg een aantal nieuwe laagjes anti-aangroeiverf. Heel wat houtwerk blinkt van ver in een glinsterende vernislaag en ook de zeilen kregen een nazicht. De motor draait zoetjes, de dieseltank staat voor het eerst stevig vast en langzaam maar zeker geraakt ook de onmetelijke chaos binnenin de boot een beetje op orde. Ik denk zelfs dat ik daarstraks een glimp heb opgevangen van de verniste vloer!
Het lijkt erop dat we ‘landmensen’ af zijn en veranderd in ‘bootjesmensen’. Je kan een mens uit de boot nemen maar blijkbaar niet de boot uit een mens. In totaal zijn we zeker drie maanden weggeweest, eerst naar België en dan op rondrit en het is misschien nu pas heel concreet tot ons doorgedrongen dat we echt nergens anders willen zijn dan waar onze boot is. Ze is een deel van ons en als we niet aan boord zijn lijkt het of we een stuk van onszelf kwijt zijn. We hebben Vaguebond enorm gemist en kijken uit naar een nieuw vaarseizoen, naar nieuwe avonturen en nieuwe ontdekkingen.
De toekomst begint stilaan vorm te krijgen maar echt concreet is ze nog niet. Ondertussen proberen we ook nog de opgedane indrukken van de laatste maanden te verwerken (in blogs). Maar momenteel genieten we vooral van het leven op een drijvende boot die elke dag meer klaar is om te vertrekken naar nieuwe horizonten.
(en van onze eigen wc...)
LEES OOK