Marketing, het is een vak apart. Wanneer we op kantoor de beelden bekijken van de instructiefilmpjes waarin enkele collega’s met de daver op hun lijf het gebruik van een AIS uitleggen voor een blauwe muur met logo, kijken we allebei meewarig naar elkaar. Komaan, dit is 2017! Mijn trainershart bloedt bij het zien van deze beelden.
Hier wordt een fantastisch product gemaakt en eentje dat je perfect bevattelijk, instructief en overduidelijk kan demonstreren! Best vanaf een boot, met live actie en het product in de praktijk.
Het duurt dan ook niet lang voor het marketingteam en een cameraploeg ’s avonds op Vaguebond binnenvallen met een karrenvracht aan materiaal voor een eerste opnamesessie van het scenario ‘Anchorwatch’.
Al weken is het een drukte van jewelste in mijn hoofd. Verschillende stemmetjes proberen het hoogst van de toren te blazen. Ze jubelen, ratelen en razen, zeuren en klagen. Ze stil krijgen is moeilijker dan ik dacht. Zware beslissingen hebben zware gevolgen, sommigen daarvan hebben we heel bewust ingecalculeerd, anderen iets minder. Van sommigen wisten we niet eens dat ze inbegrepen waren. En die stemmetjes worden het maar niet eens.
Feit 1 : Ivan en ik hebben twee jaar, 7/7, 24/24 onafgebroken als de grootste gelukzakken samengeleefd op een oppervlakte niet groter dan een tuinhuis. En het zijn zonder twijfel de twee mooiste jaren uit ons leven (samen) geweest.
Feit 2 : We kregen hier een fantastische kans aangeboden en hebben die met beide handen aangenomen.
Vandaag, op de verjaardag van Franz Kafka, drinken wij een glaasje, drink er eentje mee!
Kort na het verschijnen van de vorige blog, kregen we het verlossende antwoord van Aaron, onze evaluator bij NZQA. Ivan’s diploma kreeg een 8! Een droomscenario! Hiermee gaan alle deuren in Nieuw-Zeeland open en ons immigratiedossier zal hiermee geen duimbreed meer in de weg gelegd worden! Tijd voor een eerste feestje bij dit fantastische nieuws.
Het feestje zou toch wat vertraging oplopen, deze uitkomst bleek heel slecht te vallen op de al weken opgebouwde stress in Ivan’s maag en alles wat nog maar van ver aan eten en drinken deed denken was reden om hem lijkbleek richting badkamer te doen kruipen. Maar we hadden al zoveel geduld gehad, een dagje meer zou het verschil ook niet maken, we waren geslaagd en dat zal ook morgen nog steeds zo zijn. We kijken er in elk geval naar uit om Auckland nu echt onze 'thuis' te noemen!
Op de vooravond van de verjaardag van Franz Kafka -3 juli-, die sinds kort ook uitgeroepen werd tot De Dag tegen Bureaucratie, lijken de ons omringende omstandigheden Kafka alle eer aan te doen!
Ken je dat gevoel? Alsof je niet langer baas bent in je eigen leven maar iemand anders achter de schermen aan de touwtjes trekt? Alsof je continu in de gaten wordt gehouden maar je niet weet door wie? Alsof je in een van die triestige gemanipuleerde ‘reality-shows’ speelt zonder ooit gesolliciteerd te hebben.
Net zoals elk ander land, telt Nieuw-Zeeland verschillende banken. Elk met een eigen, duidelijk herkenbare kleur die ons vooral doen denken aan Belgische politieke partijen. Het kleurenpalet omvat een gele, rode, blauwe en groene bank. Omdat de kleur net dat tintje vrolijker en zomerser aanvoelt (en toch ook omdat de voorwaarden ons bevielen) kozen we voor de Groene Bank.
Het opzetten van een rekening was in twee, drie klikken gereed. Twee dagen later kregen we Nellie, onze persoonlijke adviseur aan de lijn. Een vrolijk en supervriendelijk meisje gaf ons na een aantal uiterst vreemde en bizarre vragen onze rekeningnummers en voorlopige paswoorden. Als PurpleZebraxxxx en SilverKiwixxxx konden we alvast online aan onze rekening en er geld opzetten. Geld afhalen, transacties doen en kaarten krijgen kon pas nadat we onze identiteit persoonlijk hadden laten verifiëren en een adresbewijs hadden afgegeven in een plaatselijk kantoor. Een peulschil. In minder dan geen tijd zou ook deze hindernis genomen zijn.
Vrijdag togen we, als onderdeel van onze dagelijkse wandeling, naar een GroeneBankkantoor in de stad, gewapend met onze paspoorten en brieven van de Nieuw-Zeelandse Post. De post bevestigt officieel je adres met een RealMe verificatie, te vergelijken met eID en gebruikt door alle officiële instanties. Om zeker te zijn nemen we ook nog aan ons geadresseerde brieven mee en aan ons gerichte rekeningen, kwestie van voldoende ‘bewijzen’ in handen te hebben.
Maar dat bleek buiten de regeltjes van de Groene Bank gerekend. Zij aanvaarden geen officiële RealMe-brieven. Zij willen bankafschriften zien. Juist ja, bankafschriften! Van een Nieuw-Zeelandse bank, uiteraard. Toen de jongen aan de balie begreep wat een absurditeit hij verkondigde, meldde hij dat een rekening van een elektriciteits- of waterleverancier ook mocht. Maar laten die nu net geregeld worden door het havenkantoor. Of we een huurdersovereenkomst hadden? Ja hoor beste kerel, zie hier : de overeenkomst en zelfs de eerste rekening! Ook dat voldeed niet, op de overeenkomst stond immers geen adres…
Ons paspoort in combinatie met de naam op de overeenkomst en de rekening van dezelfde firma met het adres op was geen twee, maar drie stappen te ver nadenken voor deze arme jongen.
Een aspect vinden wij alvast iets minder aangenaam aan het leven op 37° zuiderbreedte. In theorie kan je deze hoogte vergelijken met het zuiden van Spanje. Maar niemand heeft mij ooit verteld dat ook het zuiden van Spanje ijzig koud kan zijn!
Het is ontegensprekelijk herfst. We hebben al twee jaar dit kleurrijke seizoen mogen missen en zijn daar absoluut niet treurig om geweest. We schommelen momenteel tussen heerlijk zomerse dagen / uren / minuten in t-shirt en flipflops en gruwelijk natte, koude en triestige dagen /uren / minuten waarin windvlagen van 30 knopen rond onze oren blazen. In de haven midden in een stad, mijlen ver op de rivier!
Gisteren werd onze wandeling een hectische verkleedpartij. Op enkele minuten tijd wisselden we van t-shirt naar fleece, naar regenjas en paraplu en terug naar t-shirt! We mochten 7 keer onze paraplu bovenhalen op een uur tijd, allemaal buitjes van een paar minuten waarbij je doornat wordt, om daarna weer in de perfecte zomerzon te wandelen.
Vandaag kregen we dan weer een stralende zomerdag, perfecte reden om te stoppen in het kleine snoepwinkeltje waar ze het allerlekkerste ijs verkopen (nog steeds Dutch Chocolate en Affogato)!
Het heeft wat voeten in de aarde, zo’n ommezwaai!
Ons visum loopt stilaan ten einde. Je krijgt drie maanden bij aankomst en kan dat verlengen tot 6 maanden per kalenderjaar. Dat is onze eerste stap.
Ondertussen moet ook ons werkvisum aangevraagd worden. Volgens de Fabeltjeskrant is het met een jobaanbieding een fluitje van een cent om dat visum te krijgen. Heeft iemand al ooit de Fabeltjeskrant gecheckt op ‘fake news’?
Er bestaan zoveel verschillende soorten visa dat alleen al door de bomen het bos vinden bijna onmogelijk is. Gelukkig is de telefonische helpdesk van de Dienst Immigratie een pareltje. Ivan is ondertussen waarschijnlijk hun grootste fan en als ze het aantal telefoontjes geografisch gaan peilen staat Whangarei momenteel met stip op nummer 1!
De immigratieregels veranderen (lees: verstrengen) hier elke zes maanden maar we weten ondertussen wel welke paperassen we nodig hebben en welke stappen we moeten ondernemen om de aanvraag in orde krijgen. Op zich valt het allemaal wel mee. Alleen moet Ivan’s diploma gehomologeerd worden door een aparte commissie.
Hij is al 2 dagen bezig om de ‘transcriptie’ van zijn diploma te vertalen. Ik durf onze internetrekening bijna niet meer bekijken maar ben ondertussen meer dan zeker dat in de populariteitsranking van websites, Google, Wikipedia en TecDic.com onwaarschijnlijk hoog scoren deze week. Wie heeft nog interesse in een opleiding van 20 jaar geleden die bijna in niets nog aansluit bij het werk dat hij al meer dan 10 jaar doet? Juist, immigratie…
… not to change his mind.
De laatste weken lijken we in een soort van luchtledigheid te leven. Besluiteloos, onzeker, twijfelend. Net zoals alle cruisers die maar niet kunnen vertrekken uit Nieuw-Zeeland. Depressies, cyclonen en tropische stormen blijven het weerbeeld beheersen.
Ankerplekken en marina’s liggen tjokvol, immigratie houdt zich klaar voor een zondvloed aan uitklarende cruisers, de bezetting wordt verdrievoudigd, vakantiedagen worden ingetrokken. Maar elk weergat dat de exodus uit Nieuw-Zeeland zou kunnen aankondigen verwordt tot een nietig gat van amper 2 dagen.
In de drukke uitklaringshavens stijgt de spanning dag na dag, iedereen is ondertussen weerexpert en de discussies om al dan niet te vertrekken gaan door tot in de vroege uurtjes.
Maar niet bij ons.
Een mierennest, dat is nog de beste omschrijving voor het zootje ongeregeld dat hier zenuwachtig in de haven ronddobbert.
We hebben bijna een jaar met ongeveer dezelfde boten rondgetoerd op de Pacific en delen al bijna een half jaar lief en leed met dezelfde groep mensen op de werven in Whangarei (of Opua, Tauranga en Auckland). Terwijl onze boten een verwenkuur kregen aan land trokken hun kapiteins en crews rond over land. De cruisers op zee kwamen we nu in een campervan tegen.
Maar nu, zes maanden nadat we allemaal in Nieuw-Zeeland aankwamen, liggen we allemaal gelaten te wachten.
Nooit eerder zagen we zoveel georganiseerd natuurbehoud. De grootste oppervlakte van Nieuw-Zeeland wordt ingenomen door natuurdomeinen. Het ene nog indrukwekkender dan het andere. Van hele vulkanische gebergten over honderden kilometers kustlijn, fenomenale gletsjers en feeërieke fjorden tot duizenden vierkante kilometers heuvelachtige bossen met verrassende grotten vol gloeiwormen. Zo gevarieerd en vooral compact als in Nieuw-Zeeland vind je het nergens!
In sommige bossen en parken moet je eerst je schoenen ontsmetten voor je binnen mag om de kostbare kauri-bomen niet te besmetten met uitheemse schimmels. Voor je de ferry tussen Zuid- en Noordeiland neemt worden de banden van je auto ontsmet en je visgerief en -vangst, kampeerspullen en wandelschoenen onderzocht want er heerst op het Zuideiland een zoetwaterbeestje dat ze in het noorden liever niet zien.
Een indrukwekkende beestenboel moet je niet verwachten op deze eilanden. Bijna alle dieren op vier poten die Nieuw-Zeeland rijk is, zijn ingevoerd (denk hierbij vooral aan lam en Angus beef –gewone biefstuk is bijna niet te krijgen maar ons hoor je niet klagen). Hier geen gevaarlijke, woeste, wilde dieren. Geen slangen, spinnen, krokodillen, leeuwen, tijgers en nog van dat moois.
Waar het hier om draait zijn vogels! In alle maten en kleuren, van het vliegende genre maar ook gevleugelde soorten die nooit van de grond komen (hieronder de 'pukeko' en de 'weka', twee bijna tamme vogels waar vooral de weka enorm nieuwsgierig is).
Ons kampeerleven zit erop, meer nog, ons hele landleven is afgelopen. Al zijn we de laatste tijd minder productief geweest op schrijfvlak, we hebben zeker niet stilgezeten!
Tijdens onze rondrit merkten we dat we op het einde bijna elke avond eindigden op een kampeerplek aan het water en we ons hoe langer hoe meer afvroegen hoe het met ons bootje ging.
Wie zou niet uitkijken naar een heel weekend zeilen met zijn favoriete boten en (een paar van zijn) favoriete vrienden?
Wij staan alvast een hele week te popelen! De mythische woorden van Pol indachtig “Tegen de regen kan je je kleden, tegen de kou ook trouwens!” en “Regen breekt geen masten!”, vertrekken we in thermisch ondergoed, wandelschoenen en een laag fleecen waarmee je vlekkeloos een sumoworstelpartij wint richting Blankenberge. Uiteraard met de bus, vanuit onze nieuwe tijdelijke ‘thuis’ hoog en droog in Brugge.
Het is zover : we zijn na 18 maanden nog eens (heel even) in België.
Omdat we niet met iedereen kunnen afspreken geven we twee presentaties over wat ons de laatste maanden heeft beziggehouden, wat we gezien en beleefd hebben.
Iedereen is van harte welkom, reserveren of verwittigen hoeft zelfs niet.
We hopen om in 2 uur tijd al onze avonturen, belevenissen, ervaringen met jou te kunnen delen.
Natuurlijk is er tijd voor een natje, een droogje en een babbeltje!
Na vijf weken in Nieuw-Zeeland zijn we dan wel geen greintje kennis over Nieuw-Zeeland rijker maar kunnen we wel een arsenaal aan nieuwe vaardigheden voorleggen.
We verwijderden professioneel de boot rond de tank zodat die laatste kan gelast worden. Mits de nodige fysieke en verbale krachtinspanningen kregen we de tank ook terug op zijn plaats. Waarom zou je die tank een halve cm kleiner maken als je hem ook net te groot kan maken zodat hij met geen stokken, vijlen, schuurmachines, hamers of zagen ooit nog uit zijn bun gehaald kan worden ?
Elke week twee uur in water van 27°C snorkelen om de boot te kuisen werd na anderhalf jaar een echt corvee. Om Ivan wat te ontlasten tijdens het volgend seizoen zodat hij meer tijd krijgt om te … snorkelen, hogen we de waterlijn op zodat beestjes minder makkelijk aan Vaguebonds buikje blijven kleven. Met een massa schuurpapier en tape kwam de waterlijn 15 cm hoger te zitten en omdat er nog schuurpapier en tape overbleef herschilderde Ivan ook maar meteen haar streepjes.
De wind draaide uiteindelijk door naar het NW en blies weer eens drie keer harder dan voorspeld (30 ipv 10 knopen). Voor één keer wilden we de voorspellers eens niet lynchen voor de foute weersvoorspellingen want we kwamen nu zomaar eventjes zes uur vroeger aan dan verwacht. We moeten ons straks nog haasten om de hele papierwinkel klaar te krijgen!
We krijgen een ongelofelijk warm welkom terwijl de zon ondergaat, doorheen de hele baai (zo'n 15 mijl lang) wordt vuurwerk afgestoken! Dat het toevallig Guy Fawkesnight is vinden wij een detail, warm welkom klinkt gewoon beter!
We hebben geen zeil staan, de motor draait niet. We lopen 6 knopen.
De wind giert met zo'n 40 knopen om de boot, de golven lijken soms muren van water, als je ze al kan onderscheiden van de regen. Zelfs het feit dat Vaguebond onder de omstandigheden rustig op de
golven deint kan Ivan niet vrolijk stemmen, het logboek bevat de laatste uren meer verwensingen dan echt nuttige info...
Op het radionet horen we dat de ons omringende boten allemaal dezelfde rotnacht hebben gehad. Nochtans was dit geen verrassing, de weerberichten gaven al meer dan een week op voorhand dit front aan en we waren helemaal voorbereid : eten voor twee dagen, stormfok aan dek, bakstagen klaar, alles wat loslag vastgezet of weggestoken, zeilpakken, fleecen en thermische sokken uitgehaald. Het tweede front, voor Nieuw-Zeeland is erger en willen we ten alle kosten vermijden, we willen er zelfs de motor voor gebruiken.
De oversteek van Tonga of Fiji naar Nieuw-Zeeland staat geboekstaafd als de meest onaangename, grilligste, koudste, soms zelfs gevaarlijke oversteek. Er doen verscheidene horrorverhalen de ronde over boten die in extreem slecht weer terechtkomen met alle gevolgen van dien. Heel wat cruisers lopen er de laatste weken dan ook erg zenuwachtig bij.
In Vava'u leerden we de weersystemen van de zuidelijke Stille Oceaan interpreteren. De kunst is om tussen twee fronten in Nieuw-Zeeland te bereiken, de moeilijkheid is twee fronten vinden die net
ver genoeg van elkaar liggen (en blijven liggen) zodat jij erdoor kan.
De realiteit levert je dikwijls gewoon midden in een front af maar als je kan, kies je toch liever zelf in welk front dat zal zijn. De fronten tegen de kusten van Nieuw-Zeeland zijn veel zwaarder
dan diegene die je onderweg kan kruisen en wij kiezen dan ook liever voor deze optie. Leuk is het niet maar wel het minst slechte van twee kwaden.
Het viel de laatste weken al op, tijdens de sundowners op het strand kwamen lange mouwen en truien boven. Niet tegen de nono's, muggen of ander stekend gespuis maar tegen de 's avonds toch wel plots de kop opstekende koelte. Sinds we uit Tonga vertrokken en ook 's nachts buiten, in de wind, doorbrengen valt het niet langer te ontkennen.
We worden met ons kippenvel en bibberende armen en benen op de feiten gedrukt : we verlaten de tropen.
Voor het eerst in meer dan een jaar worden we (ook overdag) geconfronteerd met temperaturen die lager zijn dan 20°C! Het is berekoud! Elke dag op zee betekent één laag kleding meer.
Het is onvoorstelbaar en intriest maar ik loop na vijf dagen mijn nachtwachten met pijmabroek, fleecebroek, waterdichte sokken (lekker winddicht ook), een trui en twee fleecen. Elke dag hoopte ik het te kunnen uitstellen maar het onvermijdelijke is vandaag gebeurd : we hebben onze zeilpakken bovengehaald en zelfs een thermos thee voor de nacht gezet.
In 2008 kwam orkaan Waka over Ha'apai en verwoestte daarbij het grootste deel van het eiland. Langzaamaan begon men de ellende op te ruimen en beetje bij beetje kwam het eiland de zwaarste klap ooit te boven.
Tot in 2011 orkaan Wilma overkwam. Hierbij spoelde een tsunamigolf over het hele eiland en legde daarbij ongeveer alles plat wat in de laatste drie jaar met man en macht was opgebouwd.
Vandaag zijn we vijf jaar later maar het lijkt of de orkaan gisteren passeerde. Sommige huizen staan nog steeds naast hun fundering geparkeerd. anderen zijn onbewoonbaar maar als je even goed kijkt zie je dat de mensen met wat hulp van golfplaten en kokosbladeren toch weer in hun huis getrokken zijn. Enkele openbare gebouwen, een bank en een Rode Kruispost werden met financiële hulp van Australië, Nieuw-Zeeland en Japan weer opgebouwd maar de mensen in de straat kijken nog steeds hulpeloos toe naar de vernielingen die Wilma hen bracht.
John, Johnny, Oafa en Oafai liggen luidkeels zingend op het voordek. Zuster Malia zit breed glimlachend in de kuip, haar kapje werpt ze eventjes over de haag en steekt ze in haar tas. Vandaag geen strenge directeur, vandaag even geen strikte non.
Vorige week kwamen we via een bevriende boot in contact met Malia (het Tongees kent geen 'r', Maria wordt dus Malia). Terwijl ze ons wegwijs maakt op haar school zingt ze liedjes uit de Sound of Music en wanneer we haar en wat kinderen uitnodigen voor een dagje zeilen schitteren haar ogen van plezier en kan ze nauwelijks een vreugdekreet onderdrukken. Op de vraag wie er zou meegaan als begeleiding laat het antwoord niet lang op zich wachten : "Ik natuurlijk!"
Vanmorgen kiezen we samen met Omweg het ruime sop. Wij krijgen vier jongens en Malia aan boord, op Omweg monsteren drie leerlingen en zuster Sila aan.
We doen het rustig aan met twee reven in het grootzeil en een puntje genua. Het is voor de kinderen de allereerste keer op een zeilboot dus teveel schuin hangen willen we niet. Maar het lijkt
alsof de jongens heel snel aan het bewegen van de boot gewoon zijn. Ze lopen over en weer alsof ze nooit anders deden.
Jeanette van EchoEcho was onze OBR (On Board Reporter) tijdens de Raceday in Vava'u.
Ze heeft er een heel werk van gemaakt om deze dag in beeld te brengen en nu het internet meewerkt, willen we je het resultaat dan ook niet onthouden.
Hierbij Vaguebond's allereerste film : Vava'u Raceday - The Movie (by EchoEcho)!
Nu we de volgende veertien dagen op zee zitten en buiten bereik van internet, hebben we nog een paar dingen in de pijplijn zitten die onze walkapitein online zal zetten. Waarvoor dank.
Noem het slechte planning, wij noemen het een verdomd snelle boot!
Veel sneller dan verwacht ronden we de noordkaap van Vava'u, de noordelijke eilandengroep van het Koninkrijk Tonga.
We proberen altijd in daglicht aan te komen en planden onze aankomst eigenlijk pas de volgende ochtend, moesten we trager zijn dan voorzien, hebben we de hele dag om binnen te lopen en onze weg te vinden tussen de tientallen eilandjes en riffen. Maar Vaguebond is ons te snel af en levert ons, na anderhalve perfecte zeildag, al net na zonsondergang af voor de ingang van Neiafu, de hoofdstad.
Eén van de weinige wetten aan boord is om nooit een onbekende plek in het donker aan te lopen. Kaarten, plotters en gps'en zijn niet altijd perfect op elkaar ingespeeld en durven je positie wel eens enkele tientallen tot honderden meters verkeerd op de kaart zetten : jij denkt dat je perfect tussen twee riffen vaart want zo zie je het op de kaart maar in realiteit vaar je er recht op.
Overdag zie je meestal waar de opening is maar 's nachts is niets wat het lijkt.
Ook zijn lang niet alle kaarten zo perfect gedetailleerd als in Europa en staat er soms een ondiepte, een rif of een verloren rotsblok gewoon niet op, kunnen boeien op drift slaan of onverlicht zijn en zijn aanlopen die overdag makkelijk zat blijken, 's nachts vaak onbegonnen werk. Buiten wachten dus tot het licht wordt...
Op minder dan 38 uur legden we de 250 mijl af, we zeilden zelfs zo bliksemsnel dat we zondag maar meteen oversloegen en hier maandag aankwamen. We zijn zomaar een hele dag kwijt. Doe ons dat maar eens na (of lees deze blog)!
Woensdagmorgen wordt het plots enorm druk rond mijn romp en maken twee bijbootjes zich aan mijn boei vast. An en Ivan laten het zomaar gebeuren en helpen de eigenaars zelfs aan boord. Wat is hier allemaal aan de hand? Waarom al die drukte? Kan ik nu eens niet gewoon lekker rustig wakker worden?
Geen vijf minuten laten zie ik een vreemde (blonde) vrouw met Ivan in Dingel wegstuiven. An blijft lachend aan boord! Terwijl Ivan er met een blondine vandoor gaat??? Ik begrijp er minder en minder van, ze zijn hier compleet gek geworden!
Terwijl Ivan weg is hijst An mijn grootzeil terwijl ik nog aan de boei lig en het lijkt erop alsof ze de anderen de opdracht geeft om zo snel mogelijk weg te geraken. Wat heb ik gemist? Ze hebben geen ruzie gemaakt, leken het perfect met elkaar te kunnen vinden en zaten vanmorgen nog gezellig met zijn tweetjes te ontbijten en nu dit?! Kan iemand mij aub iets uitleggen?
Tien minuten later zijn die blondine en Ivan al terug (ze blijkt Ilona te heten en samen met haar man Frans op Omweg te zeilen).
Mijn motor wordt gestart en zonder pardon in 3000 toeren gezet. Ik moet al mijn 40 pk's uit de kast halen om ergens te geraken! Puffen zeg, normaal laten ze mij nooit meer dan 2000 toeren draaien!
En dan valt mijn Frank - Euro - Nieuw-Zeelandse Dollar, Pangian Dollar (schrappen wat niet past), dit is een wedstrijd! Maar wel eentje met iets minder conventionele regels, eerder in de stijl van de Goofies (winterwedstrijden in Colijnsplaat, altijd garant voor een hilarische -en ijskoude- zeildag) of de Reetkevertrophy (minstens onderhevig aan een overdosis lol en originele tactieken). Herinnert iemand zich nog de weggegooide zeillaarzen, toegangshekken met een nieuw slot en in het geniep vastgebonden landvasten?
Hier ontdek ik een Le Mans-start vanuit het clubhuis : op het startsein rent iedereen naar zijn bijboot en racet zo snel mogelijk terug naar de zeilboot om nog sneller dan mogelijk los te gooien
en naar de startboei te motoren (gehesen grootzeil is dan een pluspunt net als een snelle bijboot).
Waarom Ilona en Ivan niet alle andere bijboten hebben losgegooid aan het clubhuis zodat de concurrentie niet op hun boten geraakten is mij een raadsel, dat zou ik gedaan hebben! Haha,
Reetkevertactieken!
In plaats van mij te waarschuwen of op zijn minst een tas koffie te geven, hijsen ze meteen na de start de spinaker. Serieus, vanwaar al die haast, ik ben nog niet helemaal wakker en ben absoluut zo'n drukte niet meer gewoon, ik ben een cruiser-racer met de nadruk op 'cruiser'! Ik kan er dus echt niets aan doen dat er een zandloper omhoog ging!
Op Niue werden heel wat verjaardagen gevierd. Geen enkele boot waar een jarige aan boord was vertrok in de volgende week. Niet omwille van bijgeloof (denk ik) maar niemand wilde het risico lopen zijn of haar verjaardag te missen.
Verjaardag missen ? Hoe kan dat ?
Dat heeft alles te maken met de datumgrens.
Op onze tocht van Niue naar Tonga steken we de datumgrens over. Dat wil zeggen dat we zomaar onze klok 24 uur verder moeten zetten en er een hele dag in het niets verdwijnt, oplost,
vervliegt.
Als je net op dat moment jarig bent heb je simpelweg geen feestje maar ben je toch mooi een jaartje ouder en dat vinden de meesten niet echt iets om naar uit te kijken. Als je dan toch ouder
wordt, dan mag er gefeest worden ook!
Maar hoe komt dat nu, die datumgrens?
In Europa leven we in de tijdzone GMT+1, waarin GMT staat voor 'Greenwich Mean Time. Andere namen voor deze universele tijd zijn UTC en Zulu.
Om kort door de bocht te gaan : ooit werd op de nulmeridiaan de tijd vastgelegd wanneer de zon in haar hoogste punt de nulmeridiaan passeerde en dat werd DE tijdsreferentie voor de hele wereld.
Waarom wij dan een dag kwijtspeelden?
Even wat theorie : de aarde is rond (en vormt rond de evenaar een cirkel) daar is momenteel het merendeel van de mensheid het over eens (misschien dat een zekere Donald T. uit de US of A daar
anders over denkt).
Een cirkel telt 360 graden.
Een dag telt 24 uur.
De aarde draait op 24 uur rond haar as, dat is 360 graden.
Deel 360 (graden) door 24 (uur) en je krijgt 15 (graden per uur).
Niue is een verhaal apart. Of eerder een boek. Een boek om te koesteren.
Na 14 dagen zijn mijn batterijen helemaal leeg maar mijn hoofd en hart lopen over van de herinneringen aan fijne ontmoetingen, fantastische mensen, mooie plekjes, prachtige grotten, fenomenale duiken, talrijke feestjes en heerlijke momenten.
Niue laat een diepe indruk na, het lijkt alsof alle goedheid, vriendelijkheid, gastvrijheid en vooral vertrouwen zich op dit piepkleine (260 km2) koraalbrokje midden in de Stille Oceaan verzameld heeft.
Je laat je boot de hele dag open, zet geen slot op je bijboot of buitenboord en laat je boodschappen in de bijboot of zelfs op de kade achter terwijl je naar een andere winkel wandelt. Het autoverhuurbedrijf vraagt je geen papieren of voorschot, net zo min als de duikbegeleider, je leent de auto van de yachtclub als je hem nodig hebt, je neemt een drankje uit de koelkast en legt je geld gewoon op de balie, ook als er niemand thuis is en de deur (zoals altijd) wagenwijd open staat. Ben je te voet en/of heb je veel inkopen gedaan? Telkens word je opgepikt door de eerste auto die langskomt en afgezet waar je wil. Speciale wensen? Er wordt rondgebeld tot er iemand gevonden wordt die kan helpen.
Gelieve ons te verontschuldigen voor het (weer eens) ontbreken van sprekende foto's bij een lang relaas. Tijdens een oversteek nemen we nu eenmaal heel weinig foto's omdat ze zich niet vaak lenen tot creatieve beelden en/of omdat de omstandigheden het maken van foto's zo goed als onmogelijk maken.
Met zijn drieën gaan we ankerop en sluiten daarmee het hoofdstuk Suwarrow af.
Al snel gaan de genua's de lucht in en eens we de noordelijke kaap van Suwarrow ronden zoekt elke boot de voor haar (hem?) meest geschikte voordewindse zeilvoering. Omweg kiest voor de parasailor, Donazita blijft enkel op genua en wij gaan voor onze favoriete passaatsetting.
We eigenen ons kanaal 16 toe, er is immers niemand meer rondom ons, en staan bijna continu in verbinding met elkaar, dag en nacht. Hoe gek we ook zijn op het alleen-op-de-wereldgevoel, ook dit is geweldig. Er wordt heel wat over en weer gekletst. Over zeilvoeringen, snelheden en posities, over fotoshoots van elkaars boten, over het weer, de vorderingen van onze kefirkweekjes, het al dan niet slagen van onze eerste kaasexperimenten, ...
's Nachts verwittigt Frans ons wanneer hij buien ziet aankomen op de radar en, omdat zowel Donazita's als onze AIS kuren lijkt te hebben, wanneer er een andere boot op de AIS zou verschijnen. Superlief en handig! Zij lopen wachten van 8 uur (wij van 3 à 4) en een babbeltje is ook dan een welkome afwisseling in de lange, warme nachten.
Al bij het aanlopen van de pas wisten we het : dit is weer een stukje paradijs! Hetzelfde Caran d'Ache-blauw, dezelfde desolate paradijsuitstraling en het ik-wil-hier-nooit-meer-
Nadat ze heel lang deden over de inklaring van Omweg, komen Harry en Pi bij ons aan boord. Ze blijken veel strenger dan wij in eender welke blog lazen en voornamelijk geïnteresseerd in sterke drank (wij hebben wat restjes die nog afkomstig zijn van Stormy dus zijn geen interessante partij). Waar ze bij de andere boten redelijk rigoureus te werk gaan en effectief drank en sigaretten in beslag namen (zonder ontvangstbewijs), merken ze bij ons zelfs het ontbreken van ons uitklaringsformulier uit Frans-Polynesië niet op (we hebben nooit de email uit Papeete ontvangen) en laten alle drank ongemoeid. Enkel ons fruit moeten we binnenin de boot opbergen, niet in het fruitnetje buiten. Het feit dat ze pas rond 17.00 bij ons aan boord kwamen en dus op het einde van hun werkdag zal een niet onbelangrijke factor geweest zijn.
Na drie heerlijke maanden, die best drie keer zo lang hadden mogen duren, nemen we afscheid van drie (van de vijf) archipels van Frans-Polynesië. Met meer pijn in het hart dan ooit tevoren. Hier vielen we als een blok voor de natuur, voor de mensen, voor de sfeer, voor het fruit, voor de kleuren, voor het weer en zoveel meer.
Het einde van het zeilseizoen nadert ook hier met rasse schreden. We hoeven geen beschutting te zoeken tegen vorst en snijdende zuidwesters, hier zijn het orkanen waarvan je probeert weg te blijven. Wij kozen ervoor om in Nieuw-Zeeland te schuilen en moeten stilaan richting zuidwesten.
Suwarrow stond al voor ons vertrek op de favorietenlijst. Het is geen evident atol om aan te lopen, het ligt immers niet op de standaard route naar Nieuw-Zeeland waardoor het volledig gespaard blijft van ander toerisme dan de cruisers die de omweg maken. Er zijn geen winkels, geen wegen (ook geen auto's), geen lodges, café's of restaurants. Het is een natuurreservaat en behalve de twee parkwachters, onbewoond. Je komt hier in de eerste plaats naartoe voor de ongerepte natuur. De variatie aan vogels is ongezien en het water in en rond het atol behoort tot een van de helderste ter wereld met een zichtbaarheid onder water van 30m en meer (ter vergelijking, in de Schelde zie je soms amper 30cm ver) waarin duiken tot een nieuwe dimensie wordt verheven.
Suwarrow ligt een kleine 700 mijl van Bora Bora af en ook het volgende bewoond eiland dat wij daarna aandoen, is een week varen. We hebben Vaguebond dan ook bevoorraad als voor een grote oversteek want we zullen bijna een maand onderweg zijn zonder winkels tegen te komen.Er zit ook extra fruit en groenten in de koelkast dat hopelijk goed blijft tot we er zijn, de rangers worden maar twee keer per jaar bevoorraad en vers is naar het schijnt een heel erg welkom iets.
Maar eerst die 688 mijltjes. We schatten er zo'n vijf of zes dagen over te varen, afhankelijk van wat de wind gaat doen.
Dat hij pal van achter komt is zeker, niet meteen Vaguebonds en onze favoriete koers maar met de passaatzeilen schieten we goed op. Enkel de hoge deining doet ons soms door de boot vliegen, Ivan wordt zelfs knock-out geslagen wanneer zo'n golf de bakskist op zijn hoofd laat knallen... Op het eerste zicht doet hij niet vreemder dan anders.
Gelukkig maakte ik op voorhand al een hoop eten. De eerste dagen geen gevecht met rondvliegende ingrediënten, ontsnappende koelkastitems en glijdende snijplanken. Potje uit koelkast in potje op vuur, roeren, klaar!
Eindelijk! Na bijna een jaar proberen is het gelukt! We hebben een tonijn gevangen, een echte rode tonijn! Hij heeft als een leeuw gevochten (we dachten dat we een haai gevangen hadden) maar uiteindelijk belandde hij (7 keer) waar hij hoorde, op ons bord. Als de lekkerste sushi ooit (smeltend op je tong als een romig ijsje), als perfect gegrilde steak, in één van Jeroentjes pastareceptjes maar dan met verse in plaats van ingeblikte tonijn en als Ivan's eigen superdeluxe tonijnsalade (idem als voorgaande).
Wat een beest, wat een smaak!
Onze geestdrift over de tonijn werd al redelijk snel de kop in gedrukt bij onze aankomst op Bora Bora, hét luxe-eiland in Frans-Polynesië waar de groten der aarde zich op een privémotu verschansen met eigen kok, personal trainer, chauffeur en butler en waar vooral niemand in de buurt getolereerd wordt.
Er zijn twee yachtclubs (wel voor iedereen toegankelijk) met in totaal zo'n 20 boeien (en makkelijk 60 boten binnen het rif). Ankeren dan maar? Graag, maar in 25m diep water is dat absoluut geen pretje. Enkele pogingen leerden ons dat de grond niet echt houdt en dat het een enorm corvee is om 60 à 70m ketting op te takelen. Als je drie, vier keer opnieuw moet ankeren is de lol er echt wel helemaal af.
We vinden enkele verafgelegen boeien in een nietzeggende baai, ver van alles. Omdat Bertha nog steeds niet bij de dokter is geweest zitten we dus helemaal vast. Gelukkig is er verse sushi om het leed wat te verzachten.
Een dag later proberen we toch dichter bij de stad te ankeren zodat we Bertha bij de dokter krijgen zonder twee mijl tegenwind te moeten roeien. Wanneer we de vertrekkende crew van Sonrisa tegenkomen is de deal snel beklonken, zij roepen ons op op de VHF zodat we ankerop kunnen en wanneer zij hun boei losgooien vliegen we, nadat we eerst nog een gezonken boei en touw van ons anker sleuren) als de kippen erop af en liggen! Jippie, de vier andere boten die ook kwamen aangestormd nadat ze onze conversatie op de VHF gehoord hadden, zijn eraan voor de moeite, deze is voor de hele week van ons! Bovendien wordt er zwaar weer voorspeld en liggen we dan liever aan een degelijke boeilijn dan geankerd op 25m.
Wanneer we de volgende ochtend een mail ontvangen van de Yamaha-dokter met de mededeling : "Votre moteur est terminé.", slaat de schrik ons om het hart. Gelukkig blijkt het enkel om een kapotte bougie te gaan en sjezen we een paar uur later weer over het water, er moet immers getest worden, toch
Wij waren voor we vertrokken enorm blij met voorgangers die praktische info deelden op hun website. Daarom willen we ook toekomstige vertrekkers laten weten hoe wij wijs geraakten uit de honderden mogelijkheden om je boot klaar te maken en waarom wij voor bepaalde dingen kozen.
Daarvoor hebben we een nieuwe pagina op onze website gecreëerd (TIPS N TRICS) die langzaamaan zal groeien, vandaag begint Ivan met het eerste deel : het uitrusten van de boot.
Natuurlijk is deze pagina niet enkel voor vertrekkers maar voor elke geïnteresseerde. Deze 'blog' is dus geen verslag van paradijselijke oorden maar kent een vooral praktische insteek.
Voor we vertrokken hebben we we boeken en blogs verslonden om Vaguebond optimaal voor te bereiden. Deze informatie hebben we gecombineerd met onze eigen-wijsheid (hmhm).
Nu we ruim 13 maanden onderweg te zijn en 13000 mijlen op het log hebben gezet, is het een goed moment om even de belangrijkste veranderingen en/of beslissingen die we hebben uitgevoerd aan/voor Vaguebond met een kritische blik te bekijken.
Wat hieronder volgt is dus zeker en vast niet de absolute wijsheid (neen, die hebben we helaas niet in pacht), maar zijn gewoon onze ervaringen tot nu toe...
Eerst en vooral – en dit is waarschijnlijk wel de belangrijkste tip – zorg ervoor dat als je niet echt handig bent, je wel een vader hebt die HEEEEL handig is (merci pa) en enkele vrienden hebt die van aanpakken weten (nogmaals bedankt Rob). Dit scheelde ons minstens 1 jaar in voorbereidingstijd (ook ons huis moest nog worden verbouwd voor we het konden verhuren).
Van Mo'orea naar Huanine is het 90 mijl varen, een nachttochtje. Ivan wil weer eens oefenen in jong blijven en ik wil best weer een zeilnacht slapend doorbrengen. We mislukken allebei nogal jammerlijk in onze pogingen. De zee is weer eens zo onstuimig en rommelig dat er noch van jong blijven noch van slapen veel in huis komt.
Volgens de Lonely Planet is Huahine "The most laid-back island in French-Polynesia". Na drie maanden in Frans-Polynesië vragen we ons echt af hoe 'laid-back' dat dan wel moet zijn.
Stress is hier een westerse ziekte die met 'eilandtijd', onuitputtelijke vriendelijkheid, gulle vrijgevigheid en een brede glimlach (en als het even kan een verse hibiscusbloem, bloemenkrans of schelpenketting) geen kans krijgt om voet aan wal te zetten. Een droom!
Hoe je in deze ontspannen wereld dan het meest ontspannen van alle eilanden kan zijn, is ons een raadsel.
Zaterdagmorgen vertrekken we absurd vroeg naar de Taina-haven om onze spiksplinternieuwe ankerketting op te halen. Daarvoor moeten we de landingsbaan van Tahiti-airport kruisen en beleefdheidshalve even de air-/portcontrol oproepen.
Ofwel waren de mannen van de controletoren niet echt wakker ofwel verstonden ze Ivan zijn Frans niet zo goed maar we kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat dit niet echt de bedoeling was :
Vooral niet wanneer we ons afmelden als zijnde buiten de luchthavengronden en als antwoord krijgen : OK, maar geef voldoende gas...
Gelukkig is de ankerkettingman van zijn woord en levert met de heftruck de ketting netjes aan de boot af. We liggen majestueus langszij aangemeerd aan één van de superjachtenpontons. De auto's rijden hier gemakkelijkheidshalve tot aan de boot om mensen af te zetten en boodschappen te (laten) doen, hier geen over en weer gezeul met kruiwagens en zware tassen.
Wegens ongelofelijke drukte hebben we bij deze blog nauwelijks foto's kunnen nemen. Het fototoestel paste simpelweg niet in al onze tassen waarmee we de hele week Papeete hebben doorkruist.
Met onze welgemeende excuses, we maken het goed eens we op Mo'orea zijn!
Tahiti is voor velen een droombestemming. Zo ook voor ons, zij het om andere redenen dan de verleidelijke foto's uit reisbrochures.
Het zat er al lang aan te komen. We (Ivan) hebben er alles aan gedaan om het uit te stellen, alle levensreddende operaties en behandelingen uitgeprobeerd maar niets mocht baten.
Onze Suzy is niet meer. Ze heeft ons echter voor een extreem klein prijsje (en een paar 100km rijden naar Friesland) jaren plezier bezorgd! We werden meer dan eens meewarig bekeken, soms vierkant uitgelachen, altijd ingehaald maar ze doorstond elk hoongelach met waardigheid en trots. En wij waren gek op haar! Op elke van haar 2pk's! En op elke van haar 10 kilo's!
Wegens het schielijk overlijden van Suzy moesten we dringend op zoek naar een nieuwe buitenboordmotor. Je moet zo'n motor zien als je auto en fiets en benen tegelijk. Zonder ben je niets waard. Alles moet dan al roeiend bereikbaar dus dichtbij zijn. Tegenstroom en tegenwind roeien met een bijbootje volgeladen met waterflessen is echt geen leuke bezigheid, eventjes snel naar de bakker mag je vergeten, even snel gaan wifi'en ook. 's Avonds afspreken om te gaan eten is echt niet leuk als je meer dan een halfuur voor alle anderen moet vertrekken om als laatste aan te komen en zeker een half uur later dan alle anderen weer aan boord komt, moe en in het zweet. Zwemmen beschouwen we niet als een nuttig alternatief...
Suzy had de laatste weken elke dag meerdere reanimatiepogingen nodig (die bijna altijd lukten) maar echt vertrouwen deden we haar niet meer, we leefden al weken op 'roeimodus'.
Gelukkig heeft ze pas op Tahiti de geest gegeven, de laatste maanden zaten we nu niet bepaald in het Mekka van motoren...
Toen we na twee niet zo fijne zeildagen ons anker dropten in de Yacht Club Anchorage ten noorden van Papeete (de hoofdstad van Tahiti) zochten we, na een warm en lekker welkom van Frans en Ilona op Omweg, onmiddellijk de bus om zo snel mogelijk prijzen te pakken te krijgen bij Yamaha, Mercury en Tohatsu en een vergelijkende studie uit te voeren.
Dat het geen 2pk meer zou worden stond al lang vast, een 5pk is mossel noch vis (verbruikt meer dan 2pk maar planeert niet) dus de keuze ging nog tussen een 9,8pk of een 15pk.
Argumenten pro 9,8 :
Argumenten pro 15pk :
De Yahamaman was een superlieve kerel die ons de 15pk verkocht voor de prijs van de 9,8 (die hij niet in stock had) en taxfree (we hoefden zelfs in tegenstelling tot bij de Mercury-verkoper helemaal niks te doen om de btw terug te krijgen).
Na een kleine smeekbede (Suzy was sinds deze morgen helemaal dood) overtuigde hij zijn magazijnier om na sluitingstijd (11.00 op een zaterdag) de motor in zijn chique pick-up te laden, ons op de passagiersstoel te droppen en naar de boot te brengen. Zelf sprong hij op zijn scooter en vloog ons voorbij (hmz, zit je daar mooi in zo'n blinkend, ronkend beest met een V8-motor onder de kap, steekt een brommer je voorbij) om de motor tot aan Dingel te slepen en er zelf op te monteren!
Wat een service! En allemaal met de glimlach!
Fakarava, het tweede (en spijtig genoeg meteen ook laatste) atol op onze lijst heeft twee passen. Een makkelijke noordelijke en een smalle zuidelijke. Wij beginnen met de noordelijke en pikken een boei op voor Rotoava, de hoofdstad.
Het is hier alweer iets helemaal anders. We liggen vlak voor een duikcentrum, één van de vele hier, aan een (gratis) boei, we zien in de verte een relatief groot vliegveld, er is een echt restaurant, twee kerken, een bakker, een dok (er kan nauwelijks een schip binnen maar het is er wel), veel pensions en lodges (doch geen hotels of schreeuwerige resorts) en een yachtservice. We zien zelfs een chinees gezin in een knalgele elektrische auto rondsnorren!
Maar ondanks alles blijft het toerisme enorm kleinschalig en vallen de toeristen nauwelijks op.
De passen zouden hier duikparadijzen zijn en we kunnen dan ook niet aan de verleiding weerstaan om twee keer de pas in te gaan. We krijgen meteen onze nitroxduikdoop waardoor we makkelijk een uur onder water kunnen blijven en twee fantastische duiken maken.
Een jaar. 52 weken. 366 dagen (*). 8784 uren en bijna 12.000 mijlen zijn verstreken sinds we onze knusse thuishaven in Blankenberge verlieten.
Sinds we alle zekerheden achterlieten en kozen voor het avontuur, het onbekende.
Het was de gekste, meest avontuurlijke en gedurfde, volgens sommigen meest dwaze beslissing ooit.
En we zouden ze zo opnieuw nemen!
Om zeker te zijn dat we niet dromen knijpen we elkaar elke dag een paar keer in elkaars armen (die ondertussen al blauw uitslaan van al dat geknijp). Zonder overdrijven is dit nu echt wel de aller-, allermooiste plek die we al bezochten.
We denken niet dat iets ooit nog in de buurt komt van Kauehi en we weten dat het gewaagd is om zoiets te zeggen!
Kauehi is ons eerste atol op de Tuamoto, een archipel van 76 atollen tussen de Markiezen en Tahiti,.
Het zit erop. De Markiezen. We hebben er zo lang naar uitgekeken, over gedroomd en gefantaseerd en nu zijn we alweer weg. Het lot van een zeiler …
Maar ze blijven voor altijd als de allermooiste plek op aarde geboekstaafd! Ja weeral! We beginnen te leren dat er verdomd veel allermooiste plekken op aarde zijn.
We vertrekken naar de Tuamoto, een archipel meer naar het zuiden dat uitsluitend bestaat uit atollen. Geen eilanden meer, geen groen, geen bergen of fruit meer.
Een atol is een ingevallen vulkanische krater waarvan de buitenste randen, net onder het wateroppervlak, begroeid zijn met koraal. Sommigen zijn volledig gesloten, anderen hebben één of enkele passen waardoor je naar binnenvaart om dan in rustig, helder water voor anker te gaan met enkel een dun streepje strand met wat palmbomen dat je scheidt van de oceaan.
Om daar te geraken moeten we 530 mijl overbruggen, vier dagen varen. We gaan op vakantie! Veel slapen, veel lezen, veel rust.
Onze eerste dag verloopt heel kalmpjes, we krijgen een mooie drie, vier beaufort NO achter ons aan. Heel wat anders dan onze Friendjes thuis die, nu ze eindelijk op vakantie kunnen, voor een reeks depressies met hevige ZW-wind staan die hun boten in de haven houdt. Met enkel de genua lopen we dik boven de zes knopen. Vaguebond heeft er duidelijk zin in, Sam is in vorm en wij vervallen in wachtlopen en oversteekritme als deden we ons hele leven niet anders.
Ook de tweede dag schieten we goed op. Aan de zeilvoering wordt pas 's nachts iets veranderd, er lijkt meer wind op te komen dus krijgt de boot een rif. We blijven dik boven de zes knopen lopen. Ik vul deze dag vooral met slapen, zelfs tijdens mijn wachten zit ik continu te soezen. Het is vakantie en we zijn weer helemaal alleen op de zee, de instrumenten staan uit, behalve de AIS waar toch geen leven op te zien is. De meest nabije boot die we op de SSB-radio horen zit op 100 mijl (180km) van ons af.
Dag drie wordt uiteindelijk nog een gevulde dag. We redden dan wel het leven van een amper twee centimeter groot krabje uit de bek/keel/slokdarm van een wahoo maar de wahoo zelf laat er wel het leven bij. Voordeel is dan weer dat wij weer voor 5 dagen verse vis hebben! En vissla! En de lekkerste ceviche ooit! Binnen een uur was hij al gepromoveerd van dartel jagende vis in zes pakketjes graatloze filet en heerlijk marinerende rauwe vis in een bakje olijfolie, vers limoensap, look en peper. Een record!
Het radionetje, het PolyMagNet, is weer tweemaal daags deel van onze routine en ook de squalls laten weer van zich horen maar kom, zo wordt de boot ook weer eens proper gespoeld.
Vanuit Ua Pou varen we in een perfecte dagtocht naar Nuku Hiva. Om de perfectie nog wat meer in de verf te zetten vangt Ivan een overmaatse wahoo waar we uiteindelijk met 12 man van eten en een week verse wahoosla in de koelkast krijgen. Om de perfectie compleet te maken droppen we ons anker in Taioa.
Het lijkt alsof we in een bergmeer liggen, omgeven door enorm hoge grillige bergen, er is geen uitgang te zien en ook het dorp (waar amper zes gezinnen wonen) ligt verscholen achter een kleine landtong. Ergens achter in deze vallei ligt de derde hoogste waterval ter wereld (661m) en je raakt er enkel via deze baai. Het dorp zelf is niet bereikbaar met de auto, enkel over zee. Wat die verroeste auto's hier staan te doen, naast dienen als hondehok, is ons een raadsel, ze konden nooit verder dan 100 meter landinwaarts rijden!
Er was eens, lang, heel erg lang geleden een koppel, Oatea en Atanua, dat in de Stille Oceaan leefde. Ze wilden graag een huis bouwen maar er was nergens een eiland om een huis op te bouwen.
Op een nacht zong en danste Oatea de hele nacht om zijn voorvaderen aan te roepen en te vragen hoe hij zijn huis moest bouwen. Het antwoord kunnen we spijtig genoeg niet vertalen maar bleek voor Oatea duidelijk genoeg. De volgende dag begonnen de werkzaamheden, midden in de oceaan.
Er werden twee pijlers opgericht, zij vormden het eiland Ua Pou.
Daarboven kwam een dikke dwarsbalk, Hiva Oa.
Het dak hield de balken en de pijlers stevig op hun plaats : Nuku Hiva.
Om het dak te waterdicht te maken werd het bedekt met 9 takken van gevlochten kokosbladeren, dit was Fatu Hiva.
Het duurt lang om kokosbladeren te vlechten en touw te slaan, toen het licht werd riep Atanua haar man : "Schat, het licht komt op aan de horizon! De dag is in aantocht!" Dit licht werd het eiland Tahuata.
Oatea antwoordde, zonder op te houden met werken, "Ik ben bijna klaar, ik moet nog juist een put graven om alle afval van de bladeren in te werpen!". Deze put werd Ua Huka.
Toen de zon over de Stille Oceaan scheen, lagen de Markiezen te schitteren in de zon en konden Oatea en Atanua hun huis gaan inrichten...
En zo ontstond 'Fenua Enata' , la Terre des Hommes, het paradijselijk stukje aarde dat wij de Markiezen noemen.
Van Fatu Hiva varen we een nachtje door naar het noorden van Hiva Oa, hier zouden manta's zitten... Er vestigt zich een nieuw regime aan boord : Ivan vindt dat hij te veel slaapt en te weinig oefent in het jong blijven (lees : nachtje door doen). Hij stelt voor om nachtje door te varen en ik mag de hele nacht slapen! Heerlijk, laat hem maar oefenen, ik klaag niet!
Het worden een woelige maar snelle 70 mijl.
De manta's blijken ook hier weer betere oorden opgezocht te hebben, we zouden graag uitvinden waar die dan zijn! Maar wat de manta's niet weten is dat hier Saul woont, een weer eens supervriendelijke man met een grote fruitboomgaard vol stervruchten, bananen, pompelmoezen, breadfruit, papaya's en limoenen die ons al bij onze eerste kennismaking overlaadt met fruit zodat we zonder wandeling sito presto weer aan boord moeten met de belofte om maandag, voor we vertrekken, met stevige zakken terug te komen. Hij zal de hele boot befruiten. En dat doet hij! En wij zijn er enorm dankbaar voor, dit is geweldig lief en lekker!
Na één van onze verkenningsrondjes komen we terug in het dokje en zijn net op tijd om Dingel uit de weg te leggen, er legt een ferry-/ vissersbootje aan waarin een schijnbaar dood paard met vastgebonden benen ligt dat door zeven mannen van boord, tja, gegooid wordt. Gruwelijk om te zien maar blijkbaar de enige manier om het beest te kunnen vervoeren. Het bleek verdoofd en na enkele minuten staat het verdwaasd op met enkel wat schaafwonden aan zijn oog en benen. Oef!
En plots ben je er. Na amper 32 dagen varen in heerlijke rust en eenzaamheid. Na 4100 mijl (7400 km) van eindeloos water. Na een maand van absolute afzondering doemen plots felgroene bergen op in de ochtendzon.
We moeten even slikken wanneer we de baai van Atuona op Hiva Oa binnenvaren.
Er liggen zo'n 18 boten voor anker, tientallen vissers staan op de kademuur te vissen en de ene 4X4 na de andere rijdt het haventje in en uit (omdat aan het einde van het dok het enige benzinestation van Atuona ligt).
Zoveel mensen! Zoveel drukte!
Het enige live contact dat we de laatste weken hadden was tweemaal per dag een update op de radio met de ons omringende boten. Omringend is daarbij een ruim begrip : Out of the Bag vloog zo'n 1000 km voor ons uit (maar bleef trouw elke avond op post tot iedereen aangekomen was), Tactical Directions vaarde 600 km voor ons en Skylark volgt ons op 150 km.
Waar andere overstekers met zo'n 30 boten samen onderweg waren, vaarden wij met zijn viertjes en enkel de laatste zullen we echt ontmoeten.
Het kriebelt. Na 31 dagen is het einde in zicht. Veel sneller dan verwacht. Nu al.
De eerste weken gleden voorbij. Zonder besef van tijd (gaat die zon nu weeral onder ?) of ruimte (we proberen die dikke streep op de kaart te volgen). Duur was van geen belang, afstand nog
minder.
Sinds we over de helft gingen houden we ons uren bezig met getallen : elke denkbare afstand wordt uitgeplot op de kaart (pal in het noorden liggen de Charlotte-Islands in Canada, in het oosten
komen we in Peru uit), elke mijl verrekend in daggemiddeldes, weektotalen en jaaroverzichten. Elke knoop maakt deel uit van maximumsnelheden, vergelijkende tabellen en duikt wel ergens op in één
van de ivaneske vergelijkingen waarin ook sinussen en cosinussen als onbekenden optreden.
Nu staat er nog 150 mijl te gaan op onze teller. Aan de snelheid van de laatste weken moeten we morgen ergens in de late namiddag toekomen. Spijtig genoeg zijn sinds gisteren die geweldige
snelheden verdwenen en dobberen we nu aan 3 knopen in plaats van te sjezen aan 6 knopen. Als we vrijdagavond toekomen mogen we al blij zijn...
Maar dan zijn we er, echt.
Onze kleine bubbel, waar we meer dan 30 dagen onafgebroken in hebben zitten soezen, ver van alles, staat op het punt om op te lossen, te verdwijnen.
Onze eigen Vaguebondwereld wordt weer deel van het grote geheel en zal zijn plaats weer innemen in de echte wereld, tussen andere boten, tussen andere mensen.
Het voelt onwennig, ik weet niet of ik er al klaar voor ben.
Natuurlijk kijk ik uit naar de Markiezen : Frans Polynesië, één van de mooiste plekken op aarde.
Natuurlijk wil ik dolgraag de gezichten achter de radiostemmen leren kennen.
Natuurlijk loopt het water mij in de mond bij de gedachte aan een echte Franse 'baguette'.
Natuurlijk sta ik te popelen om voet aan wal te zetten (zolang ik maar niet landziek word).
Natuurlijk verheug ik mij op prachtige wandelingen langs de mooiste watervallen om in af te koelen.
Natuurlijk vind ik het geweldig om terug te kunnen babbelen, kwetteren en tetteren, eindelijk weer een taal die ik zelfs in mijn dromen spreek.
Natuurlijk! Naturellement! Evidemment! Bien sûr!
Nog 150 mijl, 2 dagen en we ronden één van de mooiste tochten, één van de meest intense ervaringen ooit af
Nog 150 mijl, 2 dagen.
Liefde : Dit is een goede maand voor romantiek. Plan een weekendje weg met twee of maak het thuis extra gezellig. Bijvoorbeeld door de slaapkamer op te knappen...
Job : Je hebt uitstekende carrièrevooruitzichten maar het gaat je niet snel genoeg. Praat erover met iemand die kan helpen.
Stemming : Het gaat je voor de wind.
Naast het feit dat we nu volledig op de hoogte zijn van de meest trendy winterkleur van vorige winter (marsala), de nieuwste zomertrends van zomer 2015 (gehaakte badpakken ?!) en de laatste
(r)evoluties in BV-land, lezen we horoscopen die niet minder voor recyclage vatbaar zijn dan een doorsnee aflevering van FC De Kampioenen. We vinden in Ivan's horoscoop voorwaar een voorspelling
die een jaar na publicatie toch blijkt uit te komen! (*)
Is niet elke maand een goede maand voor romantiek ? Dat weekendje weg zullen we maar met een korrel zout nemen, waar zouden we naartoe moeten als we al maanden in paradijselijke oorden vertoeven
? Onder de slaapkamer opknappen verstaan we 'lakens verversen', omdat mijn horoscoop zegt dat ik moet delegeren, mag Ivan dat doen (grijns).
Wat carrièrevooruitzichten betreft zijn we toch iets voorzichtiger en laten we het maar van de voorzienigheid afhangen. Waarom zou je 'niet snel genoeg' willen gaan werken als je doet wat wij
doen ? Misschien moeten we op de Polynesische atollen horoscopen gaan schrijven voor roddel- en kwaliteitsbladen ? We zullen er eens over praten met Aeolus of Neptunus of gewoon een nieuw boekje
lezen, met een andere horoscoop...
Dat het voor de wind gaat is de enige nagel op de kop. Hoewel, op het moment van verschijnen van de horoscoop in kwestie waren we nog niet vertrokken maar waren de heersende winden ZW, tegenwind
dus. Nu varen we al meer dan twee weken constant voor de wind. In de kleine lettertjes staat natuurlijk nergens vermeld dat de horoscoop geldig was voor de maand of het jaar waarin hij
gepubliceerd werd. De vrijheid van het alziend oog ?
Ondertussen probeert Ivan nu al drie dagen een vis te vangen (ik mag de vierde niet meetellen omdat we toen te snel gingen om te vissen, zegt hij). Onze voorraad vers vlees is helemaal op dus zou
een vers tonijntje wel smaken. Volgens de overlevering moet je hier eerst je pan op het vuur zetten en dan pas je lijn uitwerpen en bijt de vis nog voor je flubber het water raakt.
Tot zover de theorie, de vooropgestelde carrièrevooruitzichten situeren zich duidelijk niet in de visserij. Hoewel onze buurman gisteren wel twee kanjers ving op amper 15 minuten tijd (zijn
diepvries zit alweer vol), bij ons bijten ze niet. Volgens hem moeten we met roze flubbers vissen maar na twee dagen een hele regenboog aan flubbers te hebben geprobeerd weten we het niet meer.
Warme kleuren, koude kleuren, gemengde kleuren, glitterkleuren. Rechte snuitjes, spitse snuitjes. Ronddraaiende oogjes, vaste oogjes, . Ivan is ondertussen wel een meester in het in een
recordtijd binnenhalen van de lijn en vervangen van de flubber.
De redenen waarom ze niet bijten zijn legio : de tint van onze roze flubber is niet de juiste, we varen te snel of te traag, het water is te warm of te koud, de Stille Oceaan is te groot
(1/3 van het aardoppervlak) en de vis zwemt altijd waar wij niet zijn (maar wel waar de buurman is), de walvissen hebben alle vis rond ons opgegeten, . Het meest waarschijnlijke is dat de zee
rondom ons leeggeroofd werd door klandestiene, scrupuloze Japanse vissers (**).
Of het staat zo in de sterren geschreven, heeft iemand een recente Dag Allemaal om eens de horoscoop te checken ? De boogschutter.
Gelukkig hebben we nog een grote voorraad blik...
(*) We hebben nog steeds roddel- en andere kwaliteitsbladen aan boord die heel zuinig gelezen worden. We lezen roddels van meer dan een jaar oud over BV's die op dit moment al lang weer in de
vergetelheid verdwenen zijn, beyond their 'five minutes of fame' of de laatste (dieet-)mode en must-haves van vorig jaar.
(**) We komen ze meer tegen dan ons lief is (vannacht zelfs op ramkoers op nauwelijks een mijl afstand) en kwamen al twee keer in één van hun bijna onzichtbare netten terecht. De netten zitten
vol schubben, vinnen en dode vissen. Ik durf niet te denken aan de dolfijnen, schildpadden en walvissen die erin verrstrikt geraken. De impact die ze hebben op de natuur is desastreus! Ze roven
de zee letterlijk leeg op een verschrikkelijk schadelijke manier. Een blik tonijn zal, nu we dit gezien hebben, nooit meer hetzelfde zijn en niet meer aan boord komen, tenzij duurzaam gevangen.
De dagen glijden voorbij en onder ons door. Elke dag lijkt op de vorige en ook weer niet. Elke dag volgt een vast ritme en toch weer niet.
Het klinkt onwezenlijk : 40 dagen op zee, met twee, op amper 30m².
Je kan niet even gaan wandelen (zelfs niet in de tuin of naar de brievenbus). De meest nabije boot ligt op 100 mijl (180km) van je weg, je ziet amper een boot op de AIS, laat staan in het echt
(als dat gebeurt is het een notitie in het logboek waard!).
Er is geen mogelijkheid om je vrienden te bellen, er even langs te lopen of een pint te gaan pakken.
De dagelijkse mailtjes van onze ouders zijn een meer dan welkome, vrolijke (en enige) link met de voortrazende wereld ver van ons af. We lezen hoe boten worden klaargemaakt voor het nieuwe
seizoen, hoe de tuin in bloei komt, wat de meest recente politieke blunders zijn, de laatste nieuwtjes en de plotwendingen in Thuis.
Alleen op de wereld dus, met twee. En onze e-readers waarop ik heel toepasselijk Hector Malot's "Alleen op de wereld" lees.
Er is vooral rust. Je druk maken helpt niet, je kan toch niets doen, niets veranderen. Niet aan het weer, niet aan de deining, niet aan de rotte tomaten, niet aan het klapperend zeil, niet aan de
wereldproblemiek. En dat geeft rust, berusting soms.
Voor het eerst sinds ons vertrek voel ik de molens in mijn hoofd stilvallen. Het is een ongelofelijk bevrijdend gevoel. Ik ontspan. Nu pas.
En juist daardoor zie je meer, hoor je meer, ruik je meer, voel je meer. De kleur van het water die elke dag net iets anders is, het geluid van de wind, het bruisen van de golfjes langs de boot,
het gekras van een verdwaalde Jan van Gent of boobie die probeert een rustplek op de mast te vinden. Je hoort het wegvallen van de wind nog voor de zeilen gaan flapperen. Je voelt het draaien van
de wind aan je oorlelletjes, nog voor de keerblok van de windpiloot piept om dat ze bijstuurt. Je duikt onder de buiskap nog voor een overdonderende golf je van je blote voeten spoelt, je herkent
het : deze golf wordt een natte, deze niet.
Je kent elk klikje, elk klopje, elk piepje, elk zuchtje, elk kraakje van de boot.
Van een dolfijnenshow kunnen we mateloos genieten, nog lang nadat ze uit het zicht zijn verdwenen turen we de horizon af. Bij walvissen blijft de adrenaline nog uren door ons lijf gieren.
We hebben ondertussen ook zo goed als alle instrumenten uit staan. Wat is immer het nut van een dieptemeter op een oceean van 5000 meter diep ? Wat moeten we met een plotter wanneer we na onze
eerste 1000 mijl opgekruist te hebben en de Galapagos ontweken, nog 3000 mijl gewoon rechtdoor moeten ? Wie heeft een log nodig als we aan de beweging van de boot en het geluid van de
langssuizende golven perfect weten hoe snel ze vaart ? De windmeters doen het al bijna een jaar niet, die missen we dus al lang niet meer, Vaguebond vertelt zelf wel wanneer ze meer zeil of een
rif nodig heeft.
We hebben enkel de AIS opstaan, zo zien we een schip 'in de buurt' ten minste op ons scherm en kennen we onze positie.
Alles wat we aan boord doen, wordt intensiever, bewuster gedaan want we hebben tijd. Passaatzeilen zetten (2 uitgeboomde voorzeilen ipv het grootzeil en de genua) duurt bijna een uur, elke lijn
wordt op het gemak gelegd en gecheckt. Blokken worden nagekeken, vallen en schoten nagekeken op schavielen. Ondertussen pellen we de inktvisjes van het dek.
Koken is een ontdekkinsgtocht : welke blikken kunnen we combineren ? Welke kruiden kunnen hier iets zinnigs van maken ? Zelfs in brood bakken beginnen we creatief te worden (probeer eens gerookte
olijfolie!).
We blijven wachten lopen van drie à vier uur, overdag zijn we bijna 8 uur samen wakker. Er wordt massaal veel gelezen. Ik zit aan boek 110 op 10 maanden tijd. Stilaan worden de pilots van de
zuidelijke Pacific opengeslagen en bereiden we ons voor op de Markiezen. Er wordt geklust als het weer het toelaat, onderhoud gedaan, gekuist, gewassen.
Alles op het ritme van de zon, de zee en de wind.
De wereld draait door maar hier even niet ...
---------------------------------------------------------
We zijn over halfweg, nog 1600 mijl (2900 km) te gaan.
---------------------------------------------------------
Onze tweede week op de Stille Oceaan was van een heel ander kaliber dan de eerste. Doordat de wind 30° draaide, volgde ons humeur met 180°.
We zeilen nu (met af en toe een dobberdag). In de juiste richting. Met de golven mee in plaats van er tegenin. Op een boot die recht ligt. Onze comfortfactor is met 100% gestegen.
We kunnen eindelijk ontspannen zitten, zelfs rechtstaan vergt geen powertrainingsessie meer. We kunnen een zalig warme douche nemen, de lakens verversen en zelfs Uno spelen aan dek zonder dat de
kaarten gaan vliegen (op een dobberdag natuurlijk)! Het laatste vers vlees wordt verwerkt in de lekkerste uitgevonden gerechtjes en we genieten van de mooiste dolfijnenshow ooit bij zonsondergang
(salto's, schroevendraaiers en flipflops)!
Maar één dag kreeg deze week toch een speciaal tintje : vrijdag de 13de.
Wanneer we bij het krieken van de dag (na een nacht van totale windstilte) in een visnet dobberen, twijfelen we toch serieus of we misschien toch bijgelovig moeten worden. Nog voor we er helemaal
uit zijn, spurt Ivan naar binnen om het PanPacific-net te hosten op de radio, waarschijnlijk voor de laatste keer. We geraken stilaan te ver en worden elke dag minder duidelijk hoorbaar voor de
mensen in de noordelijke Pacific. We hebben ondertussen wel een tusseninnetje met de andere boten.
Ben, onze weerman, laat ons weten dat we alledrie best zo snel mogelijk naar het zuiden varen en dat doen we dan ook.
De wind steekt eindelijk terug op, we hijsen de zeilen en vliegen met een knik in de schoot richting evenaar.
Meteen worden onze zorgvuldig bewaarde conrflakesdozen, stiften, kleurpotloden, schaar en plakband bovengehaald en wordt er de hele middag duchtig geknutseld. Ook onze allerlaatste fles bubbels
wordt koud gelegd...
Exact om 16.00 (22.00 utc) zien we, getooid in kronen, baarden en drietanden, gewapend met een glas bubbels en begeleid door een stel acrobatische dolfijnen en twee immense walvissen, onze
positie wijzigen van N 00°00,0001 naar Z 00°00,0001!
We zitten in het zuidelijk halfrond!
Omdat we niet wisten of Neptunus wel in de buurt was om zijn glas op te drinken (hij gaf geen teken van leven), hebben we van zijn glas een glaasje gemaakt.
Omdat we geen al te zatte walvissen achter ons willen, hebben we zo weinig mogelijk van onze fles in zee gekieperd.
Omdat het vandaag vrijdag de 13de is en we het noodlot liever niet tarten, hebben we zo veel extra toasts op Neptunus uitgebracht dat de fles helemaal op was .
(grijns)
We zijn bij dit schrijven zes dagen onderweg. Zes dagen van grootse afwisseling, van ongeëvenaard zeilplezier tot plannen om terug naar de Caraïben te gaan.
De highlights :
- Eindelijk weg uit Panama! En al zeilend, heerlijk aan de wind, op een vlakke oceaan!
- De eerste nacht een discofeestje : onder een rondomrond continu oplichtende hemel danst Vaguebond op de muziek van de golven en de wind en maakt daarbij prachtige lichtgevende
boeggolven met duizenden schitterende sterretjes.
- Achtereenvolgend gespot : Walvis (Ivan), dolfijnenshow (ik), Henk de Schildpad, op volle zee met zwaaiende pootjes (allebei)
- De tweede magische nacht :alles is pekzwart, geen ster, geen maan, geen golf te zien. Het enige dat letterlijk oplicht zijn de boeggolven die Vaguebond maakt en ze zijn felblauw, we varen door
een zelfgecreëerd aura van fluoblauw. Soms is het schijnsel zelfs zo fel dat het het grootzeil helemaal verlicht, pure magie!
- Alle papiertjes met inventarisonderdelen (bij elke shopping werd een lijstje gemaakt wat waar werd opgeborgen en de vervaldatum) zijn gedigitaliseerd! Vanaf nu enkel afvinken wat we
verbruiken.
- Misschien breng ik wel een kookboek uit : Koken op zee. Voor het eerst in mijn leven stoofvlees gemaakt in de snelkookpan, zonder recept maar met yuca en Doradabier. Een voltreffer!
Bedenkingen :
- 'Chopped meat' is niet hetzelfde als 'minced meat' en wij hebben duidelijk het verkeerde besteld. Geen spaghetti dus maar stoofvlees (zie supra).
- Een dagje dobberen is absoluut geen ramp (geen zeilen, enkel op stroming lopen we 2 knopen in ongeveer een beetje goede richting).
- Fruit en groenten rijpen anders dan we gedacht hadden. We eten eetbananen bij de vleet en bakken bakbananen dat het een lieve lust is! De sla goten we weg (werkelijk, gieten!), kippefilet,
appelsienen en een schuimbekkende ananas vlogen ook al oveboord.
De dieptepunten :
- De wind zit tegen en blijft tegenzitten (vandaag zelfs met 20 knopen), we maken rotslechte rakken en geraken geen mijl verder. Na zes dagen op zee zijn we amper 400 mijl (van de 4000) in de
goede richting opgeschoten.
- Naar aanleiding van vorig punt zijn we om beurten absoluut niet te genieten aan boord. We besparen u de details.
- We stinken! Door de deining en de aandewindse koersen kunnen we niet douchen, het is bloedheet, ook als de zon niet schijnt en we zweten als runderen. We lijken meer op 'cooked meat' dan op
mensen maar kom, we zitten moederziel alleen op zee en niemand ruikt ons. Toch ?
- Het scherm van onze boordcomputer is morsdood, de geest gegeven, de pijp aan Maarten. Ivan had nog net de tijd om alle drivers, programma's en instellingen te kopiëren (de inventarislijst lukte
niet meer) en het was over and out. Een uitgebreide chirurgische ingreep mocht niet meer baten. Doodsoorzaak : de megagolf uit Panama Shitty vorige week, een zoute druppel teveel op de verkeerde
(print-)plaat. Zonder pc'tje kunnen we niet meer mailen, geen weerberichten meer opvragen, kortom, zijn we afgesneden van de wereld en van weer. Gelukkig blijkt alles nu op de laptop wel te
werken.
- We zoeken een nieuw scherm : Liliput op 12V... En hoe krijgen we dat op de Markiezen ?
Volgende week hopelijk meer en beter nieuws, duim mee voor wat goeie wind, wil je ?
tot de volgende!
Klopt, we liggen op Contadora, het 'meest ontwikkelde eiland van de Pareleilanden'. Geen van de villa's hier zou misstaan in St. Tropez. Kan dus niet misgaan, hier gaan we makkelijk onze sterk verminderende voorraden kunnen aanvullen, vers gerief kopen, water optoppen en met een beetje geluk, ook wifi vinden!
We scoren 1 op 3!
We hebben een fantastisch wifi-signaal dat we zelfs met de laptop aan boord kunnen ontvangen! Geweldig, een ongekende luxe na de onbestaande wifi in de (extreem dure) haven van Panama en de nauwelijks te ontvangen 3G op de ankerplek.
We zijn de koning (en koningin) te rijk!
De andere twee punten, in wezen veel belangrijker en noodzakelijker dan voorgaande punt, blijven ver onder het landelijk gemiddelde.
Er zijn drie 'supermarkten', amper groter dan het winkeltje naast het tankstation ergens op den buiten. Het aanbod bestaat uit blik, blik, blik en vervallen bimbo-brood (meer wat dan brood, zonder smaak en enkel goed om te toasten). Water is enkel te krijgen in die grote sipwell-flessen waar je nog een extra waarborg voor moet betalen en die erg onhandig zijn aan boord, vers vlees onvindbaar en vers fruit en verse groenten beperkt tot een enkel pakje boontjes en wat tomaten.
Dit is totaal niet wat we van een 'meest ontwikkeld' eiland, vol poepchique villa's verwachtten en zeker niet voldoende om ons te bevoorraden voor een oversteek die plots vier keer zo lang zal duren als voorzien!
Die villa's worden hier blijkbaar bevoorraad door de butler met het privévliegtuig ...
Eerst het goede, nee fantastische nieuws : we zijn weg uit Panama City!
En zelfs zonder één van de belachelijke boetes die de immigratie-officier altijd uitvindt als je gaat uitklaren. Wij troffen zelfs een hele lieve man, op het kantoor 3km van waar we eigenlijk moesten uitklaren. Twee kantoren op 3km van elkaar ? This must be Panama!
We kunnen ook niet naar de Galàpagos tenzij we 1800$ betalen, gewoon om te mogen ankeren. De regels zijn op extreem korte tijd extreem veranderd. Zo mocht een bevriend koppel ondervinden die na 10 dagen op zee al na 6 uur, uiteindelijk na 24 uur, ankerop moesten en doorvaren naar de Markiezen (3000 mijl, 30 dagen verder) zonder tanken, zonder inkopen doen, zonder rusten.
Hallo Allemaal,
We liggen na een heerlijk dagje varen eindelijk terug rustig, op de Las Perlas tussen de eilandjes Chapera en Mogo Mogo.
We blijven op de Las Perlas eilanden tot er eindelijk goede wind wordt voorspeld om naar de Galapagos / Markiezen te varen. De 2 eilandjes waar we nu liggen zijn onbewoond, dus hier is geen
internet. Binnen enkele (3 tot 4) dagen gaan we naar Isla Contadora, vermoedelijk zullen we daar wel internet hebben.
Tot later!
An & Ivan
Op de afgesproken plek komt / valt onze loods Francisco (onder de loodsen beter gekend als Pancho) aan boord en varen we richting eerste Gatùnsluis (in totaal zijn het er drie) waar we als middelste boot vastgemaakt worden aan twee buren, beiden zonder professionele linehandlers. In theorie zouden wij dus niets moeten doen behalve sturen. De buitenste boten dienen als schroef (motor) en moeten al het touwwerk doen. We betalen Eric en Allan dus voor een vakantietripje...
Maar niets is minder waar. Op de andere boten blijken de (niet betaalde maar vrijwillige) linehandlers absoluut geen kaas te hebben gegeten van touwen of voamen. Op de ene boot wordt het touw helemaal gelost terwijl de loodsen brullen dat ze moeten trekken, op de andere boot ligt de man die het touw moet aanhalen doodleuk op zijn rug op de bijboot te zonnen en heeft blijkbaar nog nooit van zijn leven in een sluis gezeten, hij heeft totaal geen benul van wat hij (vooral niet) doet. De boten slingeren heen en weer door het geklooi van vooral die laatste en onze linehandlers mogen op de andere boten gaan helpen. Leuk zo, wij betalen en de zuinige buren maken gebruik van onze mannen, zonder merci uiteraard...
Ivan merkt echter al gauw dat de motor warmloopt, geen goed teken. Eens boven op het Gatùnmeer, waar we hopen te overnachten tussen de brulapen en de krokodillen, checkt hij de motor en komt al vloekend boven : water in de saildrive!
Die ondanks verwoede pogingen om ze te voorschijn te toveren, niet opdaagden ...
Onze eerste dag stappen we tot de tanden gewapend (de ene al meer dan de andere) met lange broeken, T-shirt met lange mouwen, lange kousen, hoge schoenen, hoeden, sjaals en massa's DEET in de speciaal geleende roze (!!!) motorboot van Bredio en een vriendje van zijn zoon. Die laatste moest schoolwerk maken en kon dus niet mee...
Volgens de Kuna-cultuur heeft god de aarde geschapen, samen met Moeder Aarde. De vrouw is bij de Kuna het centrum van de samenleving, de spil van de cultuur, het middelpunt van het bestaan. Wanneer ze trouwen trekt de man in bij de vrouw en bij elk eilandbezoek wordt onmiddellijk duidelijk wie van de twee thuis (onder de prachtige traditionele kledij) de broek draagt!
Het is weer eens zover.
We zijn verliefd. Ja, nog steeds en elke dag meer op elkaar maar nu ook op Cartagena de Indias.
De stad heeft een heel rijke geschiedenis van Spaanse ontdekkers, Franse en Engelse invasies, Spaanse heroveringen en onafhankelijkheid en houdt nog vele tekenen van al die invloeden in leven in een wervelende binnenstad.
Wegens een extreem slechte internetverbinding staan er wenig foto's op de blog, we vermoeden dat de verbinding te nauw is voor de gemiddelde Amerikaan ...
Hopelijk spreken de woorden een beetje tot uw verbeelding ...
Vijf maanden hebben we rondgezworven langs eilanden maar vandaag vertrekken we weer naar het vasteland. Naar Colombia, Cartagena!
Na een hoop gezever laten we de criminele zonnepaneelverkoper in zijn vet (en ons geld) sudderen.
Als we het Spaanse Water uitvaren worden al die leugens, flauwe smoezen, valse beschuldigingen en achterbakse streken al meteen voor een groot deel achtergrondruis. Vaguebond sjeest er, ondanks de deining, weer eens vandoor met heerlijke gemiddeldes van bijna 8 knopen! We halen ons maximum daggemiddelde aller tijden van 190 mijl op 24 uur!
Ik slaap als een marmot, zelfs wanneer Vaguebond van hoge golven dendert of badkamerkasten openspringen en hun inhoud door de boot katapulteren, slaap ik lekker door! Het doet deugd om weer op een varend schip te slapen.
Sam stuurt perfect, Vaguebond klieft door de golven en wij vinden al snel ons zeeritme terug, zo hebben we het graag!
De tweede dag valt de wind weg. Onze sjeessnelheden ruimen plaats voor een gezapige 5 knopen. Stilte voor de storm, weten we...
Voor het eerst in maanden lopen we 's nachts wacht in zeilpak en fleece, dat zijn we echt niet meer gewoon! Gelukkig stijgt na zonsopgang de temperatuur makkelijk met 15 graden zodat je al snel weer staat te zweten in je zwembroek.
Ook de vliegende vissen zijn weer van de partij, zo mogelijk nog chaotischer dan gewoonlijk.
De derde dag trekt de wind aan, we naderen Baranquilla, een geduchte kaap waar altijd veel wind en hoge golven staan. Minder dan 30 knopen is een uitzondering.
Wetende dat je bij je weerbericht (33 knopen) makkelijk 5 knopen moet bijtellen, rekenden wij op vlagen van om en bij de 40 knopen... (veiligheidshalve hadden we onze knaloranje stormfok al aangeslagen aan ons kotterstag en hebben we op Curacao, met behulp van vriendelijke buren, ons sleepanker gebruiksklaar gemaakt)
Zoals beloofd :
We hebben tijdens één van onze duiken op het Kalabas Reef in Kralendijk een frogfish (of hengelaarvis) in actie gefilmd. Het heeft wat geduurd eer we het filmpje hadden gedistilleerd uit de onderwaterfilm en nog langer voor we een goede internetverbinding hadden om het online te zetten maar hier is hij dan, onze eigen Olympische Frogfish!
Geniet ervan, dit zie je niet dikwijls (denken we).
Om het oude jaar op gepaste wijze uit te zwemmen, vertrokken we met ons Dingeltje (dinghy ofte rubberen bijboot) naar een snorkelplek vlakbij de ankerbaai waar we het ongelofelijke geluk hadden om tussen zeeschildpadden terecht te komen. Een kleintje wilde zelfs heel dicht komen maar mamaschildpad vond dat niet zo"n leuk idee en kwam er al snel tussenzwemmen. Toch beangstigend zo'n groot beest vlak bij je, ze kunnen naar het schijnt venijnig bijten.
Maar wat een ervaring!